Categorie archieven: werk
Eind in zicht
Het gaat heel traag, maar het eind van al het werk komt langzaam maar zeker in zicht. Vandaag heb ik het gras en de achtergrond geschilderd. Morgen ga ik verder met het afwerken van heel veel details en kleine zaken die nog net even iets beter, of strakker, of gedetailleerder geschilderd moeten worden.
Heel erg tevreden ben ik met het besluit om Mathilde toe te voegen aan dit werk. Op de foto hierboven zie je het schilderij nog voordat ik het gras ben gaan schilderen.
Mathilde verschijning
Geen Maria verschijning, maar een Mathilde verschijning. Ik heb uiteindelijk de knoop doorgehakt en besloten om Mathilde (de Doelder) Willink in het ‘Ballunatics 7’doek te schilderen. Ik gebruik hiervoor twee foto’s van Mathilde die ik op internet vond. Eén waarop ze een jurk draagt van Fong Leng met ballonnen (foto rechts) en een foto waar ze de juiste gezichtsuitdrukking heeft voor deze scène.
Het toevoegen van Mathilde was een lastige keuze, maar uiteindelijk wel de juiste. Dit schilderij gaat over het ontvluchten van het gangbare. De dames aan de ballonnen zweven weg van een sleur-leven en hebben ervoor gekozen om zwevend aan een feestballon, hun dromen waar te gaan maken. Mathilde zou hun gids kunnen zijn geweest. Zij besloot destijds Terneuzen te verlaten om de bloemetjes buiten te gaan zetten in Amsterdam en al haar dromen waar te maken. En wie kan je dan beter de weg wijzen dan Mathilde?
Nu ik het beroemde boek van Lisette de Zoete zit te lezen over Mathilde werd me duidelijk dat zij (Mathilde) aan dit werk moest worden toegevoegd.
En nadat ik vandaag enorm veel dakpannen heb zitten schilderen op het dak van het Badpaviljoen van Domburg, ben ik maar meteen begonnen met de eerste schetslijnen van Mathilde. De gezichtsuitdrukking van de foto, hier links, leek me de beste voor deze scène. Ik denk dat Mathilde ook blij verrast zou zijn geweest als een dergelijk tafereel zag.
Zo begint er dus al aardig schot te komen in dit werk wat ik nu vrij snel wil afronden. Het Badpaviljoen staat er nu bijna goed op en ik kan alles af gaan werken. Bij elkaar is dit toch nog snel een paar weken werk. Maar het eindresultaat zal al dat werk ruimschoots belonen.
Stroomstoring (vervolg)
De stroomstoring naar mijn atelier duurt voort. Gisteren kwam de elektrieker langs om vast te stellen dat het bij mij een zootje was. De vorige eigenaar van mijn huis, en atelier, heeft zoveel kabels getrokken dat je er beslist geen wijs meer uit kunt. Daarvoor moet er een nieuw bekabelingsplan gemaakt worden met een nieuwe kabel naar het atelier en tal van vernieuwingen in de meterkast in het huisje en in het atelier. Dat kost tijd en geld en geen van beiden heb ik op dit moment ter beschikking.

Kûûsen 70 x 50 cm
Dan maar voortploeteren met dat sullige lampje. Een opgekomen griep/verkoudheid maakt het er niet prettiger op, maar ik heb voldoende inspiratie en werklust om door te gaan. ‘Kûûsen‘ is voltooid en kan nu even drogen in huis. Kan ik er ook nog even van genieten.
In het atelier werk ik verder aan Balunatics 7. Ik ben begonnen met het schilderen van alle details van het badhuis van Domburg. Een geweldige klus omdat er erg veel detail in zit, maar fantastisch om te schilderen. Buiten regent het en is het koud. Somber ook. Als ik daar naar kijk zou ik zo naar het een of ander warm land willen gaan om daar verder te werken. Maar ja.
Kûûsen (kuisen)
Het is een wat donkere foto. Dat komt door de stroomstoring in het atelier, waardoor ik met slechts één sullig lampje moet zien te werken, maar dit werk is vandaag voltooid. Kûûsen (kuisen – schoonmaken) is de titel. Zodra ik weer licht heb maak ik wel een betere foto. Morgen weer verder met Ballunatics 7.
Stroomstoring in het atelier
Dat kwam me wel heel slecht uit, vandaag. Geen stroom meer in het atelier. Met een heel lang verlengsnoer en een kleine daglichtlamp lukt het me om een noodvoorziening aan te leggen met stroom vanuit het huisje. Wat er de oorzaak van is weet ik niet, en om te voorkomen dat straks het hele dorp zonder stroom zit ga ik niet zelf experimenteren maar komt Maandag d’n elektrieker langs om het op te lossen. Dit weekeind dus aanklooien met één lamp. Gelukkig doet de kachel het prima. Anders had ik de werkplaatskachel nog die op hout gestookt moet worden.
Luchtigheid
Zoals ik gisteren al een beetje had voorspeld, heb ik een begin kunnen maken aan het schilderen van de lucht. Het moet een zeer dynamische lucht worden. Zo’n lucht zag ik toen ik in Domburg de foto’s maakte voor dit werk. Op de foto’s zie je niet wat ik werkelijk zag, maar dat ga ik nu proberen te schilderen.

De lucht die ik zag toen ik de foto’s maakte. Op de foto is niet te zien hoe dynamisch de lucht werkelijk was. Op het schilderij ga je dat wel zien.
Daar was ik vanmorgen vroeg nog even mee bezig om het geheel wat meer kracht te geven dan het geval was. Gisterenavond was ik daar om 23.00 u. mee gestopt. Het is altijd spannend om dan de volgende ochtend het atelier in te lopen om te zien of ik het de vorige dag goed gedaan heb. Dat was het geval. Ik ben dik tevreden. Dit is echter de tweede laag lucht die ik schilder. Het worden er uiteindelijk vier. Dat is het streven althans. Het kan zomaar zo zijn dat het meer lagen worden. Maar over deze laag ben ik dik tevreden. Ik zie de lucht, die ik wil hebben, al weer meer ‘ontstaan’.

Samen met de molenaar, in onze Axelse streekdracht, op de stelling van de Windlust.
In mijn ochtendjas werk ik snel nog wat dingetjes bij met een waaier-penseel. Net zolang tot het helemaal naar mijn zin is. Daarna moet ik stoppen, want deze dag breng ik grotendeels door op onze Hoekse dorpsmolen ‘De Windlust’. Even een afsluiting van een week lang intensief schilderen. Even iets anders, maar mijn gedachten blijven vandaag wel bij deze lucht en het plan om toch nog even naar Domburg te gaan, op het juiste moment met het juiste licht, om nog een studie ter plekke te maken van die bijzondere lucht.
Ik kan hier dan lekker over doorzagen met de molenaar die veel van luchten, en vooral wind, af weet. Ook hem is het al, als geboren en getogen Zeeuw, opgevallen dat de lucht en het licht in Domburg bijzonder is. Anders dan elders in elk geval. Hoe dat komt en hoe dat kan is me nog steeds een raadsel, maar ik weet ook dat schilders dat al veel eerder hebben ontdekt. Iemand als Jan Toorop ging daar niet naar toe om ijsjes te eten.

Jan Toorop in Domburg.
Steeds meer details
Langzaam maar zeker worden er steeds meer details zichtbaar in de kleding van de dames op de voorgrond. Vandaag ga ik de derde figuur verder voltooien. Met een beetje geluk gaat dat vlot en kan ik aan het eind van de dag de lucht verder inschilderen.
Rokjesdag (2)

Martin Bril voor Nieuwe Revue 2003
Medio April is het dan zover. De temperatuur, de aankomende lente en een merkwaardig verschijnsel dat vele vrouwen ertoe beweegt om die dag een rokje aan te trekken. Rokjesdag is zo’n woord met een wat magische lading waar zowel vrouwen als mannen naar uitkijken. Ik moet dan gelijk denken aan wijlen Martin Bril die dat woord op zijn naam heeft staan. Ik zal zijn beroemde column hieronder publiceren. Niets meer aan toe te voegen.
Het luistert nauw met deze dag
Van alle kanten bereikt mij de vraag wanneer het rokjesdag is. Televisieprogramma’s, tijdschriften, radioshows, passanten op straat. Iedereen heeft het erover. Sommigen noemen het overigens bloesjesdag.
Ik niet.
Rokjesdag is die ene dag in het voorjaar dat alle vrouwen als bij toverslag ineens een rok dragen, met daaronder blote benen. Tot zover de definitie waarop ongetwijfeld het een en ander valt af te dingen, maar daar heb ik geen zin in, sterker nog; het is een prachtige definitie.
De Van Dale noteert onder rokjesdag zie bloesjesdag. Zo kan ik het ook. Snel naar bloesjesdag en daar treffen we deze: eerste warme lentedag (waarop de vrouwen voor het eerst in hun bloesje op straat lopen).
Tja.
Ik vind mijn eigen definitie beter. En ik ben niet eens een billenman. Ook geen tietenman trouwens. Dus dat heeft er niets mee te maken. Wat mijn definitie zo mooi maakt is de toverslag.
Hoe weten alle vrouwen dat het rokjesdag wordt? Er is geen tamtam, en het wordt niet op radio en televisie aangekondigd. Het gaat dus om een voorgevoel dat duizenden vrouwen op hetzelfde moment bezoekt.
Het is vandaag 2 april en als het goed is schijnt de zon. In de loop van de dag zal de temperatuur oplopen tot zo’n17, 18 graden. Dat is in principe genoeg voor rokjesdag, ware het niet dat de ochtend aan de koude kant is, 4 graden, en dat is een obstakel. Halverwege de dag iets anders aantrekken mag niet, en is in veel gevallen ook onmogelijk. Je gaat je op je werk niet verkleden.
Dat brengt ons bij vrijdag.
Niets is beter voor rokjesdag als een dagje wennen aan het idee.
Ja, dat het de goede kant op gaat, is een feit.
Die dag beleven we vandaag. In grote delen van het land, dat moet ik erbij zeggen. Voor wie pech heeft. Wat tegen vrijdag pleit is dat rokjesdag eigenlijk niet aan het einde van een week mag vallen; dat is te makkelijk.
Rokjesdag moet een element van ontbering hebben, een koude ochtend en kippenvel. Vijf graden in de ochtendspits. Het lijkt wel alsof je gek bent. Maar je ziet gelukkig overal collega’s.
Alle rokjes samen zorgen ervoor dat de zon zich al om half 11 gewonnen geeft en haar temperatuur opschroeft naar 13 graden, en twee uur later al naar 18 graden. Uit de wind, een heel klein beetje maar, maar toch, uit de wind kan het makkelijk 20 graden worden.
Voilà, rokjesdag.
Maar ik durf mijn hand er nog niet voor in het vuur te steken. Volgens mijn eigen archief valt rokjesdag namelijk altijd later. 3 april zou een record zijn. Mijn rokjesdagen spelen zich altijd rond 15 april af, bijna twee weken later. Ik moet daar als expert toch enig belang aan hechten.
Maar voor hetzelfde geld overvalt rokjesdag mij vrijdag, dat kan zomaar. Ik neem tenslotte niet deel aan het grote toverslagse raadsel, hoewel ik met drie vrouwen in huis wel een kleine voorsprong heb op andere mannen, en ik hoor de gesprekken die erover gaan, en ik zie dat de winterjassen niet meer aangaan, ik stel zelfs vast dat er lage schoenen aan blote voeten steken, en zonnebrillen in het haar. Ja, dat het de goede kant op gaat, is een feit.
Maar vrijdag?
Doet het er trouwens toe? Natuurlijk niet. Het is maar een geintje. Maar in de kern een schitterend geintje, dat wel. Rokjesdag doet mij meer dan Internationale Vrouwendag, als ik zo oneerbiedig mag zijn.
Het is een feestdag, wanneer hij ook valt.
The gathering (2)
Een tijd geleden maakte ik het schilderij ‘The gathering‘. Dat ging over standbeelden die hoog bovenop oude gebouwen staan in een stad. Een metropool. Ik stelde me voor dat die beelden zo af en toe eens met elkaar thee gingen drinken en dan met elkaar bespraken wat ze allemaal gezien hadden die dag. Ik maakte dat schilderij op een relatief klein doek.
Gisteren kwam ik een foto tegen van een vergelijkbare strekking (zie de zwart-wit prent hierboven). Daardoor dacht ik weer aan dat ene schilderij. En vervolgens denk ik aan een make-over op een groot doek.

‘The gathering’. Een schilderij dat ik in 2014 maakte
Een wereld bovenop een stad die voor de voorbijgangers verborgen blijft omdat ze er niet aan gewend zijn om omhoog te kijken. Ik vond, en ik vind het nog steeds, een super spannend schilderij. Ik schilderde de ‘beelden’ gitzwart om hen niet op een echt mens te laten lijken. Het moeten wel beelden zijn. Ik zag dergelijke zwarte beelden in Wenen op een gebouw staan, en als ik me niet vergis heeft Antwerpen ook een dergelijke attractie op een dak van een gebouw staan. Tijd dus om plannen te gaan maken voor een grote uitvoering hiervan.