Deventer gevernist

Het stadsgezicht op Deventer en tevens een typisch rivieren landschap heb ik vandaag gevernist en verder afgewerkt. Over dit werk ben ik zeer tevreden.

Met name dit stukje (foto hierboven) vind ik bijzonder mooi. Het is stevig geschilderd uit de losse pols, met dikke varkensharen penselen, en toch heeft het die fijnheid van priegelwerk met een marterharenkattentong. Maar dergelijke penselen zijn hier helemaal niet in gebruikt.

Het werk was mooi droog en zo kon ik vandaag de vernislaag aanbrengen (retouche vernis) waardoor de kleuren net even iets extra briljanter terugkeerden. Alles oogt nog steeds heel ingetogen en fragiel. Met een bak koffie kan ik er nog lang naar zitten kijken. Zo lang het nog kan wil ik hiervan kunnen genieten, want straks gaat het de deur uit naar ene nog nader te bepalen galerie. Zelf heb ik er geen plek meer voor. Helaas…

Landschap

In het atelier staan nu 2 forse landschappen op de ezel. Als ik deze morgen het atelier binnenloop ben ik meteen geraakt door de kracht die van beide composities uit gaat. Het is een vorm van minimalistisch schilderen. Met heel weinig informatie heel veel laten zien. Je ziet vooral alles wat niet is geschilderd. De ‘wow-factor’ van deze werken is hierdoor enorm.

Het is zeven uur in de ochtend. Vanuit huis heb ik een warme kop koffie meegenomen en een krentenbol als ontbijt en zo kan ik de ochtend beginnen met genieten van mijn eigen werk. En nu verder. Ik weet precies wat ik vandaag ga doen.

Verder sleutelen

Vorige week stonden we ons nog te vergapen aan het werk van de Vlaamse meesters in het Groeningemuseum te Brugge. Gisteren mochten de leerlingen zelf weer verder aan hun eigen meesterwerk in de Zilvermeeuw te Breskens.

Heel geconcentreerd ging dat voort met het schilderen van de sleutel die ze zelf hadden uitgekozen om te portretteren.

Wat we in het museum gezien hadden, en wat de gids ons allemaal verteld had over de dieper liggende lagen en emoties in een schilderij, had voldoende indruk gemaakt om zelf heel gemotiveerd en geïnspireerd aan de slag te gaan.

De foto’s zijn gemaakt door Lianne van Cultuureducatie Zeeuws Vlaanderen. Het was de één na laatste les van een blok van vier lessen en een uitstapje naar het museum in Brugge. Nu al een geweldig leuke en succesvolle ervaring met een stel zeer gemotiveerde leerlingen waar iedereen met recht trots op kan zijn.

Kanten brann

Het is een soort van nihilistisch landschap. Met zo min mogelijk informatie zo veel mogelijk schilderen. Ik schilder nu eigenlijk alles wat je niet ziet. Het landschap is het boerenland tegenover me waar een boer de slootkanten aan het afbranden is. Iets wat in de tegenwoordige landbouwindustrie niet vaak meer voorkomt, maar de boer in kwestie is nog echt een boer zoals wij die uit de boeken kennen. Op zijn fiets ging hij naar zijn land. ‘Kanten brann’. En daar was hij de hele dag mee bezig. Ik zag lange slierten rook over het land gaan en dat vond ik een machtig mooi gezicht.

Op de achtergrond de bomenrij van keurig recht, en op gelijke afstand van elkaar, geplante bomen. Dat zie je niet goed op de foto, maar straks wel op het schilderij. Een mooi formaat van 135 x 135 cm. De titel van het schilderij komt uit de mond van de boer. Hiermee weet je gelijk wat hier gebeurd. Maar het vertelt ook het leven van het land.

Ontmoeting met Sinterklaas

Voor het altaarstuk voor Sinterklaas moet ik nog een hele reeks foto’s maken om alle schilderijen die ik in dat altaarstuk wil tonen te kunnen maken. Om te beginnen heb ik goede foto’s nodig van de Sint. Via, via, wist ik hem telefonisch te bereiken en kon ik gisteren met hem afspreken in de uitgestrekte polders van IJzendijke.

Afgelopen zomer ben ik al begonnen met de bouw van het eerste deel van het altaarstuk en komend jaar zal ik gaan werken aan het hele geheel. De belangrijkste foto’s voor dit werk moeten nu, in de Sinterklaas periode, gemaakt worden. Het was daarom een unieke kans om de Sint in het echt te ontmoeten en om alle nodige foto’s te maken van hem op zijn paard.

Het was ook wel wat sprookjesachtig. Heel Zeeuws Vlaanderen was in een dichte mist gehuld. Ik stond op het afgesproken moment klaar met mijn camera en het was heel erg stil om me heen. Plots hoorde ik in de verte hoefgetrappel, maar ik zag niets door de mist. Dan plots verscheen hij. In vol galop. Dat moment was heel bijzonder en bracht me meteen weer terug bij een sprookjeswereld die ik zo koester.

Rivieren landschap bij Deventer

In de vroege herfst kun je van dit soort taferelen zien in het rivierenlandschap. Nevelen en nog wat resterend groen. De stad (in dit geval Deventer) ligt wat verscholen in nevelen en de lucht vertoont ingetogen kleuren en patronen.

Zomaar een schetsje van het geheel om te kijken of ik er iets mee kon doen in dit werk. Niet dus. Ik vind die eenheid door nevel vele malen krachtiger en het spreekt gewoon meer tot de verbeelding.

Wat je hier ziet is de ‘skyline’ van Deventer. Op zich geen akelig gezicht, want je ziet er veel mooie oude gebouwen, maar al die vlakjes (huizen) geven te veel verstoring van het geheel. Nu alles in nevelen gehuld is wordt het sprookjesachtig. Je ziet wel iets van de stad maar alles is nu één geheel, waardoor er meer rust ontstaat in de compositie.

Schetsje van die toren om het geval beter te kunnen begrijpen.

De kerktoren van de Grote of Lebuïnuskerk steekt dominant boven alles uit. Heel goed kun je het bouwwerk niet herkennen omdat ik dit schilderij met een stevige toets en zonder gepiel wilde maken, maar mensen die Deventer en omgeving goed kennen herkennen het wel.

Op het schilderij is het een schim. Daardoor hou je nog alle ruimte over voor fantasie. En dat is precies de bedoeling van dit werk. Het geeft rust aan een interieur en je kunt er van alles bij bedenken. Eigenlijk hoef je dus helemaal niet te weten waar dit is om er van te kunnen genieten. Hoe minder je weet hoe beter.

Naar het museum in Brugge

Met de leerlingen van mijn teken en schilder klas van Cultuureducatie Zeeuws Vlaanderen ben ik vandaag naar het Groeningemuseum te Brugge geweest. Dat maakt deel uit van het ‘cultuur menu’ waarmee we deze jonge artiesten al een beetje wegwijs maken in het land der kunsten.

In dit bijzonder boeiende museum voor schone kunsten kun je oog in oog komen met heel beroemde werken uit een ver en grijs verleden. In Brugges Gouden Eeuw, de 15de eeuw, regeerden de schone kunsten. In het kielzog van het Bourgondisch vorstenhuis, vestigden zich de grote Vlaamse Primitieven zoals Jan van Eyck en Hans Memling.

Omdat we sleutels aan het schilderen zijn volgens de werkwijze van dergelijke oude meesters was het voor de leerlingen natuurlijk een heel boeiend uitstapje. We zijn aan het werk in een vorm van trompe l’oeil en in dat genre hoopten we veel te kunnen vinden in dit museum,maar er bleek maar één schilderstuk te hangen wat werkelijk aan die wens kon voldoen. Erg was dat natuurlijk niet, want we kwamen ook voor een mooie les ‘kunst kijken’ onder de deskundige begeleiding van een dame van dit museum die ons tal van bijzonderheden wist te vertellen over de geweldige werken die daar hangen en ons een kijkje kon geven in onder liggende lagen van zo’n beroemde oude meester.

En daar hing hij dan. Het enige, maar dan gelijk ook heel heftige, trompe l’oeil (bedrieg het oog) schilderij van het museum. Als je aan komt lopen is het net alsof je de vogels van het doek af kan pakken.

En dan alle andere meesterwerken. Het is altijd wel een bijzonder moment wanneer je zomaar oog in oog staat met zo’n werk dat je alleen maar uit de boeken kent. De verhalen achter zo’n werk worden door de gids zichtbaar gemaakt.

En dan hoor je de bijzondere verhalen die achter zo’n schilderij steken. Heel veel symboliek die ergens naar verwijst om de personen die er op afgebeeld staan te duiden. Met zo’n gids zie je veel meer dan wanneer je zomaar wat rondkijkt.

Dit werk, bijvoorbeeld, laat een heel verhaal zien, een boek vol, over hemel en hel. Een thema wat ik vandaag de dag probeer samen te vatten in mijn eigen altaarstuk voor Sinterklaas. Wat voor mij belangrijk was was de wijze waarop de meester het destijds had neergezet. Dat helpt mij weer om te begrijpen hoe ik dit werk moet gaan maken.

Maar links bovenin zien we iets wat ons allen bezig houdt tijdens de schilderles. We zien Petrus met de sleutel van de hemelpoort. In de schilderkunst werd (en wordt door mij nog steeds) veel symboliek gebruikt om een verhaal te kunnen vertellen. De sleutel staat symbool voor de toegang tot het spirituele. In dit geval dus de hemelpoort en de hemel. Zo’n schilderij brengt je dan tot denken aan een zoektocht die een beetje te vergelijken is met de Da Vinci code.

 

En dan heb je nog de stad Brugge zelf. Een walhalla voor elke toerist en ondanks de kou waren die er ook vandaag massaal aanwezig. Je wandelt door een sprookjesparadijs. Alles wat ik zie is betoverend mooi en indrukwekkend.

Op weg naar de echte Belse frieten, die overigens door een commerciële Chinees werden gebakken, zagen we een wereld van stenen betovering aan ons voorbij gaan. Eerst de Vlaamse meesters, daarna de Vlaamse architectuur. Dit gaat mij enorm aan inspiratie helpen.

Nevellandschap

In het atelier werk ik momenteel aan een redelijk fors landschap. Het is het rivierenlandschap bij Deventer. De IJssel in herfsttonen. Het doek heeft een formaat van 120 x 120 cm. Ik ben van mening dat landschap de ruimte nodig heeft om in al haar grootsheid te kunnen schitteren. Hoe groter het doekformaat, hoe liever.

In de verte zie je de kerktoren van Deventer. Dat zie je als je over de brug rijdt. Zo’n zelfde landschap zie je telkens als je in een auto zit en dus niet even kan stoppen om te kijken. Als ik met Ineke naar Arnhem rij, Ineke aan het roer en ik als chef d’equipe ernaast, kan ik goed kijken en zie ik net zo’n prachtig rivierenlandschap voorbij komen als hier. Maar zonder kerktoren, want die zie je alleen aan de andere kant van de brug met teveel stad er bij in zicht. Dat vind ik dus minder mooi. Op dit schilderij zie je de stad eigenlijk niet. Een klein beetje. Dat geeft de kijker nog alle ruimte om te dromen.

Stilleven

Het is niet de eerste keer dat ik me begeef op het gebied van stilleven schilderen. Het is al een heel oud genre binnen de schilderkunst dat al door de Romeinen werd toegepast op muurschilderingen. Het woord ‘stilleven’ dook voor het eerst op rond 1650. In een boedelbeschrijving werd een schilderijtje van enkele voorwerpen een stilleven genoemd en sindsdien is het woord toegetreden tot onze taal.

‘Stilleven met pot augurken’ 60 x 30 cm. (doekmaat) €1250,-

Sleutels schilderen in een stilleven doe ik al heel lang. Maar ook in een schilderij, zoals hierboven in ‘Toegang tot het kerkje‘. Het bijzondere hieraan is dat je eigenlijk naar twee schilderijen kijkt. Een stilleven met een sleutelbos aan een paal en een landschap.

Een stilleven van mijn hand vertelt meestal een verhaal. Ik schilder dan vooral alles wat je niet ziet op het schilderij. Zeg maar het leven achter het stilleven. De pot met augurken vertelt het verhaal van trots. Boerentrots en het verhaal van de moestuin, het leven van het land, en de kunst van het ‘zelf maken’.

Het stilleven van een ei vertelt het verhaal van de kippen van de overburen. Die leggen elke dag een ei en dat zie ik als ik naar buiten kijk. Ik zie ze lopen tussen de schapen in de wei tegenover mijn huis. Nu ik dit schrijf, zie ik ze lopen en maak daar even een foto van die je hieronder kunt zien.

Die eieren komen dan weer, via Wilna, mijn overbuurvrouw (die weet dat ik dol ben op die eitjes en me er dan ook van mee laat genieten) in mijn keuken terecht. En telkens als ik zo’n eitje pak, denk ik aan de kippen tegenover me die ze geproduceerd hebben. Dan ben ik ze erg dankbaar en heeft zo’n ei voor mij meer betekenis als zomaar een ei. Ik zou dat allemaal willen schilderen, maar ik kan dat dan het beste samenvatten in de essentie. Het ei zelf.

Ik schilder dus een eitje, maar ik schilder vooral de wereld achter dat eitje, die je dus niet kunt zien als je niet weet hoe ik aan zo’n lekker echt scharrel eitje kom. Tijdens het schilderen zie ik de kippen, tegenover me, rondwaggelen. Ze vermaken zich wel, samen met de schapen, en ze hebben er geen weet van dat ik een van hun trotse vruchten zit te schilderen.

Maar een stilleven van een sleutel spreekt nog veel meer tot de verbeelding omdat je je af kunt vragen welke deur je ermee had kunnen openen. Dat vraag ik me ook af als ik zo’n sleutel zit te schilderen. Het kan een sleutel zijn die ooit toegang bood tot een afgesloten torenkamertje met een geheim. Of een sleutel van de voordeur van een oud statig pand dat al lang niet meer bestaat. Wat zou er achter zo’n deur ontdekt kunnen worden? Ik heb nu een sleutel geschilderd voor de workshop, maar ik heb er nog veel meer. De verleiding is groot om nog een sleutel te gaan schilderen. Welke het wordt weet ik nog niet, maar ik zal er een heel mooie uit gaan zoeken.

 

En een gouden lijstje er om

Voor het sleutel schilderijtje, dat als voorbeeld moet gaan dienen voor de workshop , heb ik toch nog een lijstje in elkaar geknutseld. Met gebruikmaking van een bestaande lijst, die iets te groot was, en een subframe, aan de binnenzijde, om het helemaal pas te maken.

De beste raad is voorraad, heb ik me wel eens laten vertellen door iemand die alles bewaarde wat hij mogelijk ooit nog eens zou kunnen gebruiken. Mijn vader had daar ook een handje van. En ik dus ook. Zo heb je altijd wel iets om verder te knutselen.

Zo had ik op zolder, in een doos met lijsten, nog dit mooie gouden lijstje zitten. Het was iets te groot, maar dat kon ik makkelijk aanpassen. Het is maar een klein schilderijtje. Maar wel een mooi klein juweeltje nu er zo’n gouden kader rond zit.