Zeeuwse Kley

Ik neem je even mee naar de Boulevard van Schoonheid & Troost en naar Galerie Lokaal 54 aan de Nieuwstraat 54 te Terneuzen. Beiden liggen op en steenworp van elkaar.

Het gaat hier om al mijn schilderijen, tekeningen, teksten (en boekjes) over mijn Zeeuwse omgeving waar ik elke dag opnieuw weer inspiratie vind. Wandelen over de boulevard is nu niet alleen genieten van het machtig mooie uitzicht over de Schelde met haar drukke scheepvaart, maar nu ook een belevenis van Schoonheid & Troost.

Wandelen en lekker eten. Terneuzen begint steeds leuker te worden. Helaas wel met enorme bouwvervuiling op de achtergrond, maar dat zie je in elke stad. In het bovenstaande filmpje neem ik je mee op reis.

Soep en een schilderijtje

Het schilderij ‘De dorpssuper’ (40 x 60 cm.) is vandaag naar de opdrachtgever gegaan. De dorpssuper is voor ons Hoekenezen een belangrijke plek omdat je daar altijd een aantal bekenden tegenkomt die wel wat te vertellen hebben. Behalve onze dagelijkse boodschappen haal je er ook alle dorpsnieuwtjes en saamhorigheid. Dat geeft zo’n winkel meer betekenis dan zomaar een winkel.

Gisteren heb ik dat werk gevernist en vandaag heb ik het ingelijst in de lijst die ik er speciaal voor gemaakt heb. Maar vandaag heb ik ook nog wat exytra aandacht aan de tomaten in de serre gegeven. Die hebben last van phythophthora en ik heb al prachtige tomaten weg kunnen gooien. Ik ben de kas ingegaan met mijn schaartje om alle aangetaste delen van de planten er uit te knippen en zo veel mogelijk goede tomaten te redden. Net aan een kilo en daar kon ik heerlijke soep van maken.

Tomatensoep uit eigen hof. Het is niet zo’n kwestie van geld besparen als je zelf je groente en aardappelen teelt. Het kan wel eens duurder zijn dan in de winkel, maar dan heb je wel tomaten met smaak. Tomaten uit de agrarische industrie zijn echt waterballen vergeleken met tomaten die alle tijd en rust hebben gehad om tomaat te worden. En dat proef je. Daar doe je het voor. Om de smaak. En die was weer fantastisch.

Het herstel van een waterput (deel 4 en 5)

Vandaag ben ik extra vroeg opgestaan om een heleboel werk te verzetten. Eerst de put leegscheppen tot het laatste restje vuil er uit is en dan metselen. De weervoorspellers hadden deze dag als de enige droge dag voorspeld en dan komt er weer een lange periode van regen. Dat betekent aanpakken en uren maken.

Om de filmpjes niet te lang te maken heb ik ze in tweeën gedeeld. Eerst de avonturen van een afdaling in de krochten van Atelier Mauritsfort en daarna het metselwerk. Het werd een volle dag met een schema waar ik me strikt aan heb gehouden. Dan ben je aan het eind van de dag goed moe. Maar ook dik tevreden met het resultaat.

Een leuke vondst uit de put is dit flesje Eau de Cologne. Het flesje stamt uit de periode 1900 – 1920. Het dopje was helaas helemaal verpulverd en kon niet gered worden. De inhoud van de put zegt iets over de bewoning van mijn huisje. Heel veel wijzer ben ik er niet van geworden, maar, één ding is zeker, er heeft hier iemand gewoond die naar Eau de Cologne rook.

Herstel van een waterput (deel 3)

Ik heb weer wat op mijn hals gehaald, hoor. Het herstel van de waterput is en wat groter karwij geworden dan me lief is, maar ik ga er wel stevig mee door. In de put zit veel troep. Die moet er nu eerst uit omdat ik er nu goed bij kan komen. Ik ga op zoek naar een putjesschep. De ideale plek om zoiets te kunnen vinden is de kringloopwinkel van Paulette in Sint Jansteen. Ik neem je mee op reis door het Zeeuws Vlaamse land.

Waterput herstel deel 2

Vandaag stond de hele dag in het teken van het herstel van mijn waterput. Ik maakte de stelprofielen en bikte de laatste resten van voegen en metselwerk weg om een schoon werkoppervlak te krijgen voor het metselwerk wat nu moet gaan komen. Als het weer het een beetje toelaat wil ik daar morgen mee beginnen.

Herstelwerk

Atelier Mauritsfort is een allesomvattend begrip aan het worden. Van het maken van schilderijen, boekillustraties, retabels en monumentale kunstwerken, het schrijven van (streek)verhalen, het werken in de moestuin tot het herstel van een origineel Zeeuws landhuisje. Gisteren ontdekte ik, bij het afleveren van een schilderij, een pracht van een originele, zeer oude, sluitsteen van een vierkanten waterput in Domburg.

Je komt ze soms nog wel eens tegen, maar lang niet zo vaak meer als vroeger. De waterputten worden massaal gesloopt en weggegooid. Er verdwijnen er steeds meer, maar dit is zo’n element wat, historisch gezien, onlosmakelijk verbonden is met zo’n typisch verschijnsel uit het verleden. De waterput of water berging. Die werd vroeger gebruikt om water in op te vangen en overal en nergens voor te gebruiken. Een voorloper van ons stromend water uit de kraan. Het water uit de put werd zelfs gedronken. Dat ga ik natuurlijk niet meer doen, maar de put bestaat nog steeds in oorspronkelijke vorm en dat moet zo blijven.

De sluitsteen op mijn eigen put is ver kapot. Niet meer te herstellen. Daarom was ik zeer aangenaam verrast dat ik een dergelijke intacte steen vond in Domburg. Ik mocht hem zo meenemen omdat hij anders naar de stort ging… Maar Jeannette, de eigenaresse, bewaarde hem omdat ze het zonde vond van zo’n prachtig stukje historie.

Mijn eigen put zal niet zomaar een curiositeit worden. De put gaat weer gebruikt worden voor allerhande spoelwerk en zal gaan dienen als verzamelbak voor water voor de plantjes in de serre. Dat water in de put is zuiver regen,- en bronwater en beschikt over de juiste mineralen wat ontbreekt aan gezuiverd drinkwater uit de kraan. Ook de oude waterpomp in de keuken zal weer op deze put worden aangesloten. Bijvoorbeeld voor het spoelen van groenten uit de moestuin, maar ook voor tal van andere klusjes waar je geen zuiver leidingwater bij nodig hebt.

Ik maakte er dit filmpje over. Andere filmpjes zullen volgen zodat je het hele herstel kunt volgen.

Boekillustraties

De vele illustraties die ik al gemaakt heb voor het boek ‘Wiese, de gesel van Axel’ krijgen een ‘make-over’. Niet allemaal maar sommigen kunnen beter en meer ‘sprookjesachtiger’. Daar ben ik nu mee begonnen. De tekeningen zijn pentekeningen in drie pendiktes, met een gewassen inkt nabewerking. Als het experiment slaagt, en als het er beduidend beter uitziet dan de bestaande tekeningen, ga ik alle tekeningen overnieuw maken.

De Zeeuwse Boekenprijs

Met de nodige trots zie ik het boekje ‘De drieling van Terhole‘ tussen alle inzendingen staan voor de Zeeuwse Boekenprijs 2021. Zeeuws Vlaanderen is goed vertegenwoordigd. Want twee boeken verderop zie ik al het boek van dorpsgenoot Johan Robesin staan (Alles voor de Hertogin). We schrijven een beetje over hetzelfde onderwerp. Vruchtbaar Zeeuws land onder water zetten. Een onzalig idee uit de haven van Antwerpen en politiek Den Haag wat nergens in heel Zeeland goed valt.

Een van de tekeningen uit ‘De drieling van Terhole’. Een bevel tot onteigening.

Grond onteigenen, boerderijen afbreken, prachtige bomenlanen omzagen, vruchtbare grond afgraven, etc. etc. Het zal voorlopig nog wel jarenlang onderwerp van gesprek en ergernis zijn, hier in het Zeeuwse.

Het paeremes

Ooit maakte ik dit schilderij. ‘Zondagse kool’. Een Axelse boer met zijn mes en een kool. Helaas had ik toen niet mijn paeremes in mijn handen maar mijn tuindersmes. Later kreeg ik van Jelle, onze molenaar, een echt paeremes. Maar in dit filmpje laat ik je er iets van zien. Het is geen ceremonieel mes, maar een werkmes en ik gebruik het nog steeds als ik, bijvoorbeeld, in de moestuin aan het werk ben.

Overigens is het schilderij te zien (en te koop) bij Galerie Lokaal 54 te Terneuzen. Je treft het ook aan op een van de borden op de Boulevard van Schoonheid & Troost. Een steenworp verderop zit de galerie. Naast dit schilderij zie je ook nog een ander deel van mijn Zeeuwse werk, onder de naam ‘Zeeuwse Kley’.

De Windlust van Hoek

Kun je van de wind leven? Als je naam ‘Windlust’ is wel. Door heel Nederland staan molens met die naam. De Windlust van Hoek is voor mij de bekendste. Onze eigen historische maalmachine die het geheel moet hebben van de wind. Als er een keer geen wind staat hoor ik de molenaar mopperen, maar zorgen maakt hij zich niet, want er is altijd wel een klusje te doen op de molen waar geen wind bij nodig is, maar wind moet hij wel hebben. Daar leeft hij van. Als er lange tijd geen wind staat stapelen de zakken met graan zich op. Dan hoor je de molenaar klagen.

Als het dan weer gaat waaien is er werk aan de winkel. Binnen in de molen hangt dan een grote stofwolk van meel en zie je de zakken graan omgewisseld worden voor zakken met vers gemalen meel. Dit doen we al vele eeuwen op deze manier. De molen is de grote machine van ons dorp. Van een draaiende molen worden mensen blij en vrolijk. Dan leeft het dorp en ook in dat opzicht is de molen voor een dorp van belang.

Op ons ‘boerebest’ op de molen. De molenaar heeft een wit kostuum. In de winter draagt hij een leren jas waar je het stof makkelijk van afklopt. Het is nu een meer ceremonieel geheel. We trekken ons boerengoed aan als er iets te vieren valt, maar we hebben nog steeds onze eigen streekdracht. Onze eigen streektrots.

Een versgebakken brood uit de oven. Gebakken van molenmeel van onze Windlust. Gebakken met vuur. Die elementen geven het brood het oorspronkelijke karakter van echt brood. Het brengt je dichter bij het leven dan een druk op de knop.

Maar bovenal heeft de molen een monumenten-status die ook het dorp status geeft. Een dorp zonder molen is maar een kaal geheel. Eeuwen lang draaien de molens de wieken rond om de maalstenen aan te drijven die al ons graan vermalen tot bruikbaar meel. Meel om broden van te bakken en alles wat we van meel kunnen maken. Van lekkere koekjes tot het meest culinaire banket. En vergeet de pannenkoeken niet. Meel van een windmolen smaakt anders dan meel van een meelfabriek. De reden daarvan is dat het graan op een windmolen nog steeds op zware stenen wordt gemalen die warm worden. Stenen die alleen ronddraaien als er wind staat. Maar de wind is nooit hetzelfde. Dan waait het haast niet, dan weer hard. Soms ‘vlagerig’, zoals de molenaar dat noemt en soms moet hij steeds de molen ‘kruien’ om de wieken in de juiste windrichting te zetten als de wind van alle kanten lijkt te komen.

Werken met de wind is geen kunstje wat je even op een middag leert. Je moet de wind eerst begrijpen en weten wat die wind doet, wil je de wieken in de juiste snelheid kunnen laten draaien. De molenaar kijkt dan eerst naar het haantje van de kerktoren en dan naar de lucht. Dan weet hij uit welke hoek de wind waait en uit welke hoek hij later gaat waaien. Hij kan ook zien dat er wind aan komt. Hij is voortdurend bezig met kijken naar de wind om zijn molen optimaal te laten draaien.

De molen is voor mij een bron van inspiratie. Als ik de molen schilder, schilder ik ook al die elementen die ik net heb benoemd. Leven van de wind is meer dan zomaar een leuk zinnetje. Er zit veel meer in dan je zo op het eerste gezicht zou denken.

Gisteren maakte ik er dit filmpje over. Zomaar omdat ik er zo van kon genieten toen ik een rondje door de polder fietste en de molen zag draaien. Er stond een lekker windje en op de molen werd hard gewerkt. Tot de laatste zak graan verwerkt was. Dan daalt het stof neer en komt alles tot rust. We hebben het leven weer beleefd.