De molen van Zuidzande

Vandaag is deze, ‘De molen van Zuidzande’, toegevoegd aan mijn ‘Zeeuwse collectie’ die in zijn geheel te bezichtigen valt bij Galerie Lokaal 54 in Terneuzen (zie ‘Waar te koop’).

Om een beetje een idee van het formaat te geven heb ik de bovenstaande foto gemaakt in het atelier. Het doekformaat is 100 x 145 cm. Daar komt de lijst dus nog bij. Geen klein landschapje dus.

Zuidzande in de galerie

Samen met Anne Mannaerts heb ik al het werk van de ‘Zeeuwse collectie’ opgehangen en natuurlijk de jongste aanwinst, ‘De molen van Zuidzande’. De galerie is officieel gesloten in verband met corona gelazer, maar je kunt het werk van de straatkant uit zien en je kunt altijd aanbellen of een afspraak maken om het even binnen te komen bekijken.

Alles hangt weer en ook Anne heeft haar werk in deze tentoonstelling zichtbaar gemaakt. Een heel gave combinatie, vind ik zelf. Anne maakt fantastische assemblage kunst, waarbij je weg kan dromen in een andere wereld. Veel van haar werk kan bewegen en alles is samengesteld uit vondsten die ze overal en nergens doet.

Een van mijn grote favorieten is dit beeld van de man met de zeis. Zo hebben we toch een beetje een expositie in een heel rare tijd, die hopelijk over twee weken voorbij is. Wil je het werk van dichtbij komen bekijken dan kan dat. Je kunt dan even contact opnemen met Anne via haar site of gewoon even bellen (0115.454629). Aanbellen aan de galerie kan natuurlijk ook.

Script voor het tweede boek klaar

 

Gisterenavond laat het ik het script voor het tweede boek, ‘Wiese, de gesel van Axel’, kunnen voltooien. Ook de laatste tekeningen zijn gemaakt en het boek telt nu 97 pagina’s. Dubbel zo dik dus al het eerste boekje van ‘De drieling van Terhole’.

Er zitten dus ook dubbel zoveel tekeningen in. Als laatste komt er nog een gecomprimeerde vertel-versie in het zuiver Hoeks voor een voordracht tijdens een vertelavond. Het verhaal speelt zich af in de periode van 1606 en in 1886-1888 in het Land van Axel. Maar voor een belangrijk deel ook in Hoek. Het volgende boek zal geheel over mijn dorp Hoek gaan. Daar speelt zich dan het hedendaagse spookverhaal af dat zich in 2015 voltrok.

Dit spookverhaal begint op onze Hoekse molen, de Windlust, waar het verhaal over Wiese verteld wordt door onze dorpsverteller.

Werken aan het tweede boekje

Het tweede boekje vordert gestaag. Vandaag ben ik bij pagina 71 aanbeland. Iets over de helft van het hele verhaal. Het wordt dus een dikker boekje dan het eerste boekje.

Er komen ook veel meer tekeningen in te zitten. Sommige zijn heel bewerkelijk. Gemiddeld maak ik 3 tot 4 tekeningen op een dag, maar soms ben ik wel een hele dag aan één tekening bezig. Per pagina bekijk ik wat er getekend moet worden. Soms maak ik meerdere schetsen eer ik tot een tekening ko. Het is en blijft zoeken en onderzoeken hoe iets zich het beste laat verbeelden. Maar ik ben dik tevreden met het resultaat tot nu toe.

Ook aan de tekst moet steeds een beetje gesleuteld worden. Zeker met zo’n ingewikkeld verhaal als dat van Wiese. Maar het eind is al een beetje in zicht. Het zijn fijne dagen zo in mijn huisje. Ik verdiep me helemaal in het verhaal en intussen heb ik gezelschap van de poes die af en toe even om aandacht komt bedelen. Het is bepaald geen poezenweer en daarom ligt madam graag de hele dag een beetje sloom te doen in haar mandje bij de kachel.

Schrijven en tekeningen maken

Intussen ben ik al weer enige dagen aan het werk aan mijn tweede boek. Het boek over Wiese, de gesel van (het Land van) Axel. Vorig jaar begon ik aan de uitwerking van dit spectaculaire spookverhaal, maar ik kwam al snel tot de slotsom dat er meer onderzoek voor nodig was.

Een heel fijn hulpmiddel hierbij is het beroemde en lijvige boek over de vier Ambachten dat ik (trots) in mijn bezit heb. Dit meer dan 6 kilo wegende monument met meer dan 1060 pagina’s verteld me alles wat ik weten wil om dit verhaal goed op te kunnen schrijven.

De boeren opstand van 1606 tegen het regime van Wiese (Isabelle, Louise van de Palts 1531-1606), de gevolgen, de overstroming van de dorpen Willemskerke en Vremdieke (waar mijn dorp Hoek uit is ontstaan) en de vloek van Wiese. Het wordt een geweldig verhaal.

Ik moet me inleven in de wereld van 1606. Hoe zag een boerderij er toen uit? Wat beleefden de mensen in een wereld vol chaos, oorlog, geweld, overstromingen en natuurrampen? Hoe zagen de mensen er uit? Wat voor kleding droegen ze? En nog belangrijker, hoe zag Wiese er uit?

Ik denk zo, ongeveer. Ze was regentesse. Afstandelijk en van adel, maar beslist geen doetje. Ze was een ‘wild wyf’. Levensgevaarlijk voor haar vijanden en tegenstanders.

Dodelijk zelfs. Een prelaat uit Gent moest zijn weigering om voor haar te buigen met de dood bekopen. Wiese stak hem in een van haar driftbuien dood tijdens een samenkomst in de abdij van Affligem.

Oppermachtig was ze rond de eeuwwisseling van 1500 naar 1600. Haar macht had ze niet alleen te danken aan haar adellijke afkomst, maar vooral ook aan haar toverkunsten die nog wel het meest gevreesd werden.

Ze kon, onder andere, haar geest uit haar lichaam laten treden en die in een ander lichaam binnen laten treden. Zo’n heerlijk ‘Tardi-onderwerp’, waar ik mijn fantasie op los kan laten. Rond 1900 moet er ergens in Parijs zo’n sessie hebben plaatsgevonden die op last van de burgemeester werd verboden en door de politie werd verstoord. Tardi schrijft en tekent hierover in een van zijn beroemde stripalbums over Isabelle Avondrood. Ik heb nu ook een Isabelle. Een ware feeks die de gesel werd van het Land van Axel.

De vondst van de pendel van Wiese in 2014

En dat alles draait om haar magische pendel. Die werd recentelijk gevonden en daar zal het derde boek over gaan. In het tweede boek, dat ik nu dus aan het schrijven en tekenen ben, zie je hier een plaatje van. Het is het moment dat Jules den Doelder en Guus Carton de pendel vinden in een oude, vergeten, graftombe bij de Braakman.

Het is een mix van fantasie en werkelijke geschiedenis. Heerlijk om daar in te duiken en alles hierover uit te zoeken. Hele dagen ben ik aan het onderzoeken, schrijven en tekenen.

 

Hoe de dag hier begint

De eerste werkdag van het nieuwe jaar is begonnen. Om te beginnen kreeg ik vandaag een prachtig uitzicht met de opkomende zon. Zo ziet het landschap er uit tegenover mijn huis en atelier.

De dag begint met het aansteken van de kachels. In het atelier heb ik een moderne gaskachel in gebruik waar weinig aan te fotograferen valt, maar in mijn huiskamer brandt de kolenkachel en in de keuken de Rayburn. De Rayburn nodigt uit om er iets in te gaan bakken. Heerlijk om de dag mee te beginnen. Dan moet ik eerst even hout uit de houtberging halen om de Rayburn aan te kunnen steken.

Ik begin al aardig door mijn houtvoorraad heen te geraken, maar er is nog meer dan voldoende aanwezig voor de rest van de winter.

Dit is ‘Landelijk leven’ in het buitengebied van het Zeeuws Vlaamse Hoek. Iets waar ik mijn hele leven al van gedroomd heb. Er is nog veel werk te verzetten om het huisje helemaal naar mijn zin te krijgen, maar met de gedeeltelijke verbouwing van mijn keuken ben ik al een lekker eind op weg.

Een ander belangrijk onderdeel van mijn droomwensen was een gezellig huisdier. Die is nu ook aan komen lopen. Milou heeft het goed naar haar zin in mijn kleine paleisje en heeft zo haar eigen paleisje naast de kachel.

Milou is echt een gezelschapsdiertje. Een knuffelbeest. Ze gaat lekker haar eigen gang en ze is van verwilderd aanloopkatje een echte gezellige huispoes geworden.

In het atelier ben ik al weer begonnen aan een nieuw schilderij over iemand die haar spiegelbeeld in realiteit ontmoet. Een beetje een eigentijdse Waterhouse. Het begin is gemaakt. Het eerste schilderij van 2021 staat op de ezel.