Workshop in Zetten

4 April geef ik een workshop klassieke schildertechnieken in het atelier van collega Ewald Sorbi te Zetten. In deze workshop laat ik de basis technieken zien van de klassieke schilderkunst in olieverf op doek (of paneel) zoals dat ooit ontwikkeld werd door onze meesterlijke voorgangers. Een hele dag lang ga je met die kennis en het materiaal aan de slag om te leren hoe je op die wijze een sleutel schildert.

De inschrijvingen lopen harder dan verwacht want er zijn nog twee plaatsen vrij. Dus wil je dit graag meemaken, aarzel niet, en neem contact op met Ewald voor een inschrijving.

Kanten brann en ballonvaren

In het atelier werk ik vandaag verder aan het schilderij ‘De manager’. Dat is de voorlopige werktitel. Bij dit werk hoort een heel verhaal wat opviel op social media en wat me bezig bleef houden. Het werk is nog lang niet voltooid, maar het eind is in zicht. Vandaag ga ik me bezig houden met het schilderen van Domburg, wat op de achtergrond zichtbaar is.

Vanmorgen ben ik begonnen met het vernissen van ‘Kanten brann’. Meteen zie ik de briljantie van de kleuren terugkeren. Vernissen is net een beetje toveren. De ingeschoten kleuren, wat veroorzaakt wordt door droging van laag over laag geschilderde vlakken, is nu weer exact zoals ik het bedoeld heb.

Het fotograferen van het werk is nu moeilijk door de glans van de vernis. Dan zit er altijd lichtreflectie in en ik zie dat de donkere partijen van de bomengrens dichtloopt. Hierdoor zie je op de foto de bomen niet meer staan, maar in het echt zie je ze fantastisch. Dit is een schilderij waar ik trots op ben. Het is een prachtig groot formaat (135 x 135 cm.) en het is zo mooi ingetogen en rustgevend dat ik er uren naar kan gaan zitten kijken. Maar ik heb meer te doen.

Zo trots als een aap

Ik zag de postbode al aankomen. Spannend moment. De proefdruk van mijn eerste boekje is gearriveerd.

Het ziet er prachtig uit, al zeg ik het zelf. Boven verwachting.

Ook het binnenwerk. Precies het juiste papier en formaat. De tekeningen komen prachtig uit en ik ben ineens apetrots op mijn eigen eerste boekje. Ik zou dit zo al in de winkel terug willen zien, maar dit zijn correctie exemplaren. Pas na de laatste correctie zal het boekje echt in productie gaan.

Terug naar de olieverf

Na een periode van tekenen en schrijven aan diverse verhalen ben ik vandaag weer teruggekeerd naar de olieverf op doek. Mijn eerste boekje is nu zover klaar dat ik vandaag een proefdruk verwacht te ontvangen voor de laatste correcties waarna het echt in productie kan gaan. 14 Maart moet alles paraat zijn voor de presentatie bij de opening van het nieuwe expositie seizoen van Galerie & Kunstcafé Lokaal 54 in Terneuzen.

In de afgelopen periode heb ik hard gewerkt aan het tweede boekje waarin ik een nieuw (spook)verhaal ga presenteren dat zich in mijn dorp heeft afgespeeld. Dat berust geheel op fantasie. Hierboven zie je twee pagina’s uit het derde boekje wat op het tweede zal volgen.

Hiermee is de start gemaakt voor het uitgeven van een serie boekjes die ik, naast mijn werk als schilder, wil gaan maken. Een nieuwe wending in mijn bestaan als kunstenmaker die al een tijdje lag te broeden en te woelen in mijn brein. De start is nu gemaakt. Ik heb straks stof voor drie boekjes en er gaan er nog veel meer volgen. Bij elk boekje zal een schilderij op de cover prijken en zullen tekeningen het verhaal gaan illustreren. Elk boekje telt 52 pagina’s en zal €10,- Euro gaan kosten.

In het (Zeeuwse) nieuws

Met enige trots kan ik vertellen dat weer in de krant sta. De komst van het eerste boekje met een eigentijds spookverhaal is op zich vrij uniek, heb ik me laten vertellen door echte deskundigen. Het gros van die verhalen stammen uit het verleden. Vanaf de naoorlogse periode werden er eigenlijk geen streekverhalen meer neergepend en al helemaal niet rijkelijk geïllustreerd.

Spookverhalen zijn er ook vandaag de dag nog steeds op het platteland van Zeeuws Vlaanderen. Ik schrijf ze op, of maak ze zelf en ik maak er de illustraties bij. Zo ben ik nu bezig met het verhaal rond de kerkbrand van mijn dorp Hoek. Dat is een vervolg op het tweede boekje dat ik uit wil gaan geven. Hieronder alvast een voorproefje.

De vertelavond

Traditiegetrouw beleefde ik weer de laatste voorstelling van het jaar in het Podium van Zaamslag met de vertelavond. Dit keer wel een heel bijzondere avond omdat mijn verhaal over de drieling van Terhole werd opgevoed door Jeanet d’Hont.

Rieneke van Wouwe

Het is een avond vol verhalen, boekpresentaties, muziek, poëzie en natuurlijk verhalen uit de streek. Deze avond werd o.a. het verhaal verteld van Dirk de Witte, de Terneuzense James Bond, ten tijde van de eerste wereldoorlog, die met zijn automobiel de Duitse consul over de grens met België vervoerde en zo, in een Duits uniform, verzetswerk kon verrichten. Dat zoiets niet zonder levensgevaarlijke omstandigheden werd uitgevoerd mag duidelijk zijn. Schrijfster Rieneke van Wouwe vertelde hierover en presenteerde zo haar boek over deze bijzondere Terneuzense geschiedenis. Je waant je dan al snel terug in de wereld van kolendamp, paardenstront op straat en kruitdamp van de strijdende partijen.

Afgewisseld met muziek vliegt de tijd en voor je het weet zie ik al de presentatie dia verschijnen van de drieling van Terhole. Ik heb een lading tekeningen afgegeven aan de regie van deze avond die de tekeningen, tijdens de voordracht, laten zien. Zelf mocht ik telkens op het knopje drukken om de juiste tekening op het juiste moment te kunnen laten verschijnen, waardoor ik er geen foto’s van kon maken.

Jeanet d’Hont deed de voordracht subliem. In het zuiver Axels. De vertaling van het verhaal in de streektaal werd vorig jaar gedaan door Meta Dieleman en Jeanet.

Om het verhaal enige agrarische uitstraling te geven had Theo zijn koe naar boven gehaald. Feitelijk een levensgroot knuffelbeest wat ongeveer net zo veel weegt als een echte koe.

Dik tevreden over deze avond poseren Theo (Hamelink) en ik nog even bij de koe. Speciaal voor deze avond steken we ons natuurlijk in streekdracht. Het boerengoed van Axel, waar we trots op zijn. Je zou er maar wonen, in het Land van Axel.

Tekenen en schrijven

Het is lang geleden dat ik zo intensief heb zitten tekenen en schrijven. Toen ik 20 jaar was tekende ik strips. Meer uit passie dan als verdienste, want het betaalde eigenlijk niet. Om die reden stopte dat toen en begon ik meer en meer te schilderen. Al die tijd heb ik niets meer met deze tak van sport gedaan.

Maar nu is dat veranderd. Ik was bijna vergeten hoezeer ik hier van kon genieten. Doordat ik nu zelf boekjes uit kan geven en dus niet meer afhankelijk ben van een uitgever, is het bloed weer sneller gaan stromen en zit ik weer hele dagen lang te tekenen en te schrijven.

 

Boekjes maken

Momenteel ben ik voornamelijk aan het schrijven en tekenen. Mijn eerste eigen boek ligt nu bij de drukker met het verhaal over de drieling van Terhole. Door de jaren heen heb ik heel wat verhalen zitten schrijven waar ik nooit wat mee gedaan heb omdat ik er nooit tijd voor had en omdat ik geen zin had om alles zomaar af te geven aan een uitgever. Nu ik zelf op de stoel van de uitgever kan gaan zitten veranderde dat. Nu komen al die ideeën voor boekjes me uitstekend van pas en ga ik me de komende ‘feestdagen’ bezig houden met (her)schrijven, genieten en tekenen.

Pietje Tuf

Hierboven zie je een tweetal pagina’s uit een nieuw boekje over dorpsverhalen. Het decor is natuurlijk mijn eigen dorp, Hoek, maar de personages komen voort uit mensen die ik ooit heb leren kennen en die me voor een dergelijk verhaal hebben kunnen inspireren. Zoals Dirk van Ham. De boerenzoon die het allemaal wel geloofd en dik tevreden is met zijn eigen kleine wereldje in en rond het dorp. En Pietje Tuf, de eeuwig gehaaste bakkersknecht die met zijn bakfiets het hele dorp afsjeest om zijn bestellingen te bezorgen. Hij is daardoor ook een beetje journalist, omdat hij alle dorpsnieuwtjes kent en door kan vertellen. Daarnaast is hij ook een soort van dorps-entertainer, houdt hij van gekke streken en neemt hij graag iedereen in de maling. Guus Carton, de uitvinder en elektrotechnicus van het dorp. Hij beheert, samen met zijn vrouw, de elektro-winkel van het dorp, waar hij ook zijn werkplaatsje heeft waar hij, bijvoorbeeld, je stofzuiger kan repareren. Naast ‘elektrieker’ is hij ook de dorps-achcheoloog, samen met Jules, de kapper, zoekt hij naar het verleden en alles wat ze vinden wordt zo mooi mogelijk tentoongesteld in de kapperszaak van Jules, zodat diens kapsalon ook een soort van museum is.

‘Stalin’, de dorpssmid, een ‘no-nonsence’ type waar je beter geen ruzie mee kan krijgen, kan alles aan elkaar lassen en smeden wat weer vast moet komen te zitten, en zo heb ik nog wel meer karakters die samen een gefantaseerde samenleving kunnen gaan presenteren. Heel erg leuk om te doen en ik zit nu hele dagen te genieten van mijn eigen flauwekul.

Ik werk nu aan een eerste boekje met die dorpsverhalen waarin ik alle karakters voor ga stellen. Gevolgd door een klein avontuur. Een mysterieuze gebeurtenis die het hele dorp aan de praat houdt.