Herman Donkelaar

Soms kom je wel eens iets leuks tegen bij de kringloop. In dit geval bij de Zeeuwsche Krinloopbeurs in Sint Jansteen. Een leuk schilderijtje. Speels en naïef geschilderd en toch ook met een zekere kwaliteit. De compositie is leuk, de vlotte toets spreekt me aan en ik hou wel van zo’n gekunseld werkje. Dat maakt het meteen aandoenlijk. Het werkje boeit me en gezien de aanschafprijs van 25 Euro kan ik het niet laten om het aan te kopen.

Maar wat is het? De handtekening zegt me niets. Paulette, de eigenaresse van de winkel, weet het ook niet. Dit is zo’n ‘ontdekkingen paradijs’. Hoeveel leuke ontdekkingen ik hier al niet gedaan heb weet ik niet meer maar het zijn er veel. En elke ontdekking is weer een nieuw avontuur.

De handtekening van de schilder zegt me niets. Maar het werkje op zich komt me ergens bekend voor. Even dacht ik dat het iets Zeeuws was, maar al vrij snel kwam ik er achter dat dit de Vischpoort was van Harderwijk. Vermoedelijk geschilderd door Herman Donkelaar. En dan begint de zoektocht meteen leuk te worden.

Via internet speur ik al snel veel informatie op over twee kleurrijke broers. Herman en Appie Donkelaar uit Harderwijk. De een schilderde en de ander maakte de lijstjes voor die schilderijtjes. Een soort schilderijen fabriekje in een oude werkplaats. Herman was de schilder en Appie de lijstenmaker. Maar als het nodig was schilderde Appie ook schilderijtjes om de voorraad op peil te houden.

Een Galeriehouder uit Nuspeet schrijft het volgende over hen:

H.G. Donkelaar kunstschilder

Herman Donkelaar werd geboren in Harderwijk in 1920 en overleed in 1972. Herman, schilderde op verzoek of zomaar uit inspiratie, veel botters, vispoort uit allerlei hoeken, heide met schapen, bomenlaantjes enz.

Zijn broer Appie deed meer de omlijsting van de kunstwerken. Het waren broers met een gebruiksaanwijzing op de rug. Soms ging Herman wel eens boodschappen halen maar kwam niet terug, Appie ging dan kijken waar hij bleef, ach dat was niet zo moeilijk, tegenover hun atelier was een café, van Maanen, en meestal logeerden ze dan daar overdag.

Ze woonden op de Hogeweg in een klein huisje en als de werkdag voorbij was fietsten ze achter elkaar naar huis toe. Soms liep Herman naast de fiets dan wist je dat het bezoek aan het café was uitgelopen. Later toen Herman was overleden, verhuisde Appie een paar woningen verderop richting boulevard aan de Vijhestraat en had daar een winkeltje.

Later is Appie naar een verzorgingstehuis in Nijkerk gegaan en aldaar overleden. Einde tijdperk Veluwse/Harderwijkse schilders maar voor de archieven eeuwig genoteerd.

Nu doet er zich al gelijk een probleem voor met de wijze waarop Herman Donkelaar signeert. Hier links zie je hoe hij dat deed en dat komt niet overeen met de signering op het door mij gekochte schilderijtje, terwijl de stijl van schilderen zeer beslist van deze Herman Donkelaar lijkt te zijn.

Ter vergelijk laat ik deze detail foto zien van het werkje dat ik nu in mijn bezit heb. Daar lijkt te staan: H A??— Herman Ansingh? Een tijdgenoot van de gebroeders en tevens woonachtig in Harderwijk.

Maar die signeerde als op bovenstaande detail foto. Ook zijn verhaal staat op de site van de galeriehouder uit Nuspeet.

Herman Ansingh kunstschilder

Herman Johannes Ansingh werd geboren op 20 maart 1880 in Nijmegen. Als zoon van Borcherd Johan Frederik Ansingh en Maria Cristina Cornelia Melms. Vader heeft een tabakszaak in de tamelijk deftige Boerstraat nr. 35 in Nijmegen.

Woonde en werkte in Nijmegen, Den Haag, Amsterdam, Harderwijk, Nijmegen tot 1938, Den Haag 1938-1955, daarna in Harderwijk. Leerling van de Rijksnormaalschool te Amsterdam (1901-1902) en van de Rijksacademie aldaar (1902-1905). 

In 1908 verhuist hij naar Den Haag waar hij trouwt op 24-07-1912 met Jeanette Ossedrijver. Een week na het huwelijk vestigt het echtpaar zich in Harderwijk (Smeepoort A nummer 260). Schilderde, tekende en etste landschappen en vooral oude buurtjes, oude stadjes (Harderwijk). Herman Ansingh overleed in Harderwijk op 6 september 1957

Via collega’s, kunsthistorici, handelaren en veiling deskundigen kom ik steeds meer te weten over deze kleurrijke gebroeders Donkelaar uit Harderwijk. Een zeer leuke zoektocht ontspint zich. Het schilderijtje gaat steeds meer voor me betekenen en het krijgt meteen een prominente plaats in mijn woning. Wordt vervolgd.

Opening expositie bij Lokaal 54

Sankie Koster verteld het verhaal van de drieling van Terhole

Vandaag vond de opening plaats van de eerste expositie van het nieuwe seizoen bij Galerie Lokaal 54 te Terneuzen. Het was gezellig druk en er konden rode stickers geplakt worden. Nadat alle deelnemende kunstenaars zichzelf aan het publiek hadden voorgesteld kon Sankie Koster het verhaal, dat bij mijn schilderij hoorde van de drieling van Terhole, voor gaan dragen in het Axels. Hieronder zie je het filmpje wat ik hiervan maakte.

https://youtu.be/WsfWIh5I2z4

Hiermee was het schilderij ook meteen gepresenteerd aan het publiek. En aangezien het schilderij en het verhaal gaan over de alom heersende bomenkap was het gesprek daarover niet van de lucht. Dit onderwerp raakt mensen en ik hoorde dat alleen al om die reden de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen de komende verkiezingen. Ook de Waterschapspartij Zeeuws Vlaanderen krijgt stemmen. Iedereen is het er over eens dat de enorme kaalslag van de laatste tijd gestopt moet worden. Een ander onderwerp was de vernietiging van de Hedwigepolder. Daar moet je hier in Zeeland niet mee aankomen. Het verhaal wat ik maakte voor bij het schilderij, of liever gezegd andersom want het verhaal was er eerder dan het schilderij, gaat feitelijk ook over wat er in de Hedwigepolder is gebeurd. Mensen zijn daar unaniem woest over.

Anne Mannaerts had, zoals vanouds, weer uitstekend gezorgd voor tal van hapjes en drankjes.

Met het schilderij ‘De drieling van Terhole’ raakte ik duidelijk een gevoelige snaar. De enorme bomenkap en de verwoesting van bossen, boerenland en het landschap in het algemeen zal daarom meer aandacht krijgen in mijn werk. Dit is een onderwerp waar mensen nu, en in de komende jaren, mee geconfronteerd zullen worden.

Met grote stappen snel thuis. 50 x 40 cm. Olieverf op heel linnen. €2150,-

Maar er is natuurlijk ook artistieke aandacht voor leukere onderwerpen, zoals het schilderijtje met de klompen. ‘Met grote stappen snel thuis’ hangt nu ook in de galerie. Het kreeg wat minder aandacht door de drieling van Terhole, maar het doet net zo intensief mee in deze tentoonstelling. Het overige werk uit de Zeeuwse collectie is nog tot 13 April te zien in ‘Museum Het Land van Axel’ te Axel.

Schilder middag voor kinderen in het Museum van Axel

Zoals gepland kwam vandaag de schilder middag voor kinderen in het Museum van Axel. Ik nam hen eerst mee naar de boerenkamer waar alles te zien is over streekdracht en vertelde hen wat over onze eigen Axelse dracht. Daarna konden we daarover gaan schilderen en met twee modellen die we vonden bij de ingang boerenkamer aan de slag gaan.

De keuze van de modellen viel uiteraard op Nijntje die in Axelse streekdracht gestoken de kinderen het meest aansprak. En dan er op los met acrylverf en ‘echt’ doek op een spieraam.

Werken met kinderen is voor mij nieuw, maar erg leuk om mee te maken. In de toekomst ga ik dit meer doen.

 

Een mooie herinnering

 

Toevallig viel mijn oog op een filmpje dat vorig jaar gemaakt was door een bezoeker van de Mathildedag. Zie ik ineens mijn naam in grote letters voorbij komen van Lian Boeren, een collegaatje van me uit Breda.

Video still uit het filmpje van Lian

Erg leuk om dit weer even terug te zien. Toevallig werd er vandaag weer gesproken over een mogelijke toekomstige bestemming voor het drieluik in Terneuzen. Maar eerst gaat het werk naar Ruurlo waar het op 11 Mei te zien zal zijn tijdens de tentoonstelling die men daar aan het organiseren is rondom Mathilde.

Video still uit het filmpje van Lian.

Dat er nu opnieuw een mogelijkheid lijkt te gaan ontstaan om het werk in Terneuzen te houden is voor mij groot nieuws. Het plan is vandaag gelanceerd en het is nu afwachten of het echt door kan gaan. Als dat zo is laat ik het gelijk weten op mijn site.

Alles op tijd op z’n plek

Het was een race tegen de klok die ik heb gewonnen. Vanmiddag kon ik twee schilderijen afleveren bij de galerie (Lokaal 54) waar morgen alles moet hangen voor de opening op 9 Maart a.s. De galerie gaat morgen officieel eer open na de winterstop.

De drieling hangt in het kunstcafé en het klompen schilderijtje hangt in de nis. die vergat ik te fotograferen, maar dat komt de 9-de wel weer goed.

En als het werk dan eenmaal hangt ben ik zeer tevreden. De drieling is van buitenaf te zien. Maar wat ik nog belangrijker vind is dat dit werk in het kunstcafé hangt op een eigen wand waar verder niks meer bij komt te hangen.

Afwerking

De profielen gefreesd, gezaagd en verlijmd

De laatste dagen ben ik vooral aan het werk met hout voor de lijsten voor twee schilderijen. ‘Met grote stappen snel thuis’ en ‘De drieling van Terhole’. De laatst genoemde lijst is weer een joekel die extra veel aandacht vraagt.

De lijst in elkaar gestoken in de lijmklemmen

Extra aandacht vooral voor de hoekverbindingen omdat hier nu eenmaal meer spanning op kan komen te staan dan de hoekverbindingen van een kleine lijst. Daarvoor heb ik een bijzonder mooi lamellen freesje waarmee ik diepere, stevigere, lamellen kan lijmen.

En dan is het altijd even spannend als ik het werk er even in pas als de lijm droog is. Door de ervaring, die ik inmiddels heb met het maken van deze expo=lijsten, gaat het steeds beter. Op de millimeter nauwkeurig. Dat maakt me dan weer een beetje trots.

En als het dan dan klaar is en alles klopt, ben ik pas echt tevreden. De drieling staat klaar om uit te vliegen naar de galerie. Wordt vervolgd.

Met grote stappen snel thuis

Vandaag was het zo’n rommeldag in het atelier. Opruimen en alles klaar zetten voor morgen. Verder was het vooral Zondag. Gisteren heb ik het schilderijtje met de klompen en de toverschoentjes van Jennifer ingelijst en gevernist.

Het mooie van dit werk is dat het net lijkt alsof je de klompen van het doek kan pakken. ‘Met grote stappen snel thuis’ is de titel en die titel geeft een beetje weer wat me morgen te doen staat. Dan ga ik de lijst maken voor ‘De drieling’. Een klus die in één dag af moet. En dat wordt dus weer en race tegen de klok.

Het verhaal van de drieling

Hoewel het werk af is, zie ik toch nog kleine dingetjes die ik net even iets beter wil afwerken. Dat is een hinderlijke eigenschap van schilderen. Je blijft toch dingen zien. Maar het is af en ik ben tevreden. Het verhaal over de drieling klonk eergisteren geweldig in het Axels tijdens de lezing in Museum het Land van Axel. De tekst, die door Meta Dieleman en Jeanet D’Hondt is ‘vertaald’ vind je hieronder.

Aorihe hebeurtenissen op het land van Teroole

Lang heleejen streek d’r es een boer neer op ‘t land van Teroole.‘t Is zó langh heleejen da heen mens noh weet oe á die boer éeten, maor waddan ze wê weet’n is da die boer de stichter was van “Het Land van Teroole “en attie daor óek nao vernoemd wier. Die was den enigste boer op da stuk land boven Ulst en onder de Schelde en da zou áltied zo bluuven.

Den ene henerasie na den anderen bewerkten die femilie ‘t land en daddis noe nog soo. In de loop van de jaoren is ter wê teen en ander veranderd: nie an de boerderie of an’t land, dad is noh altied ‘tselfde zoadda al die jaoren gewist is maor de leste henerasie Teroolenêrren die ant land bewerken da sien drie schôône daomes. Den Drieling, zoanze in den omheving bekend zien, wan ze ben een ééneihhe drieling die an mee heen mohelijkeid uut mekaor t’ouwen zien: Louise, Jacqueline en Ilse. Om nog een bítje verschil te maoken ên ze lang, alf lang en kort aor, mao wienâ wien is, bluuf oek dan hewoon noh een raodsel. D’enigste die â se noh een bítje uut mekaore kan ouw’n is udder moeder, die zied éél kleine verschillen die adden ander nie kan ziene. In de volksmond oor’n ze oek wê “de drie Hratieën henoemd, ze hroeid’n nie op mee fluweel’n andschoentjes, mao mee een schoppe en mestvurke.

Toch weet’n de zusters udder eihen oek eel schoon te presenteern in modieeuze kleer’n, die â meer bie een stadse madám passen as bie de drie stevihe boerenmeiden. Tja, die kleere’n aolen ze in Ulst en dán weet jut zeker wê. De drieling ên veej succes! zên in korte tied de boerderieje tot een behrip hemaakt in de buurte deur un zoghenaomde “Landwinkel” te behinnen. Buutenom alles wâd da van de boerderieje kom aon landbouwproducten enzo verkoopen z’oek streekproducten: van eighen hemaokte jam tot van alles mee een boereknoppe uut de streeke en zo’n bitje álles wadda doar tussenzit.

Maor oek toverstokjes! dá klink messchien nohal absurd, mao dao ên ze écht naome mee hemaokt tot zelfs búuten de réhio! Ze maoken die stokjes zelf en heven d’r mahische krachten an, héén mens weet oe ze da doen maor ‘twerkt soms wê. Oek daor deu is udder winkel van essentenne bekend en oek nie te verheten deur udder sjarme natuurlijk; nie alleen om an zudder eighen in de winkel netjes en elehant presenteren mao roek omdanze net zo makkelijk een stal uut staon te mesten in een ketelpak of mee de trekker ut land omploehen. t Succes van de zussen is nie tehen tóuwen : oe rieker an zooren, oe schoner an zudder eighe’n presenteren : oe meer succes an z ên . Niks of niemand ouw udder tehen en de drieling hao dan oek heen stáp opzieje zetten vor wá tdan oek, zélfs nie voo den overheid.

Da leste speelden een paor jaor heleejen toen a’ de femilie ‘tooren kreeg an ze de boerderieje en udder land mosten verlaoten om plekke te maoken voo natuur!
Iemand erhens verre weg in den Aogh ât ‘t onzáolihe idee hekrehen om ‘t Land van Teroole onder waoter te haon zett’n voo de veuhels en ander soort natuur. Heen iénkele boer, en zéker nie in Zeeland, gao tadd een hoed plan vinnen. Óek de femilieTeroole nie!

Op een dag kwam ter een ambtenaor om te zehhen an ze wegh mosten van’tland. De femilie êt ‘m even uut laoten praoten en toen zeijen ze atter noh nóóit een Teroole z’n eihen van z’n land ao laoten stuuren en datda nóe óék níe hing hebeuren. Mao dien ambtenaor docht dao anders over! Mao jao …dan kenden die de heschiedenis van de streeke noh nie ! en zeker nie de heschiedenis van de femilie Teroole!

Afijn , dien ambtenaor vertrok onverrichter zaoke die zou trugkommen mee een bevel, mao dan mostie éest van ‘t land af zien te heraoken. En dá bleek moelikker as attie hedocht ao. Z’n auto weiherden vanaf da moment alle dienst. Bie den boer oefden die oek nie aftekommen, die zou zo een bêêt in z’n nek hooien of d’m mee de riek van ‘t erf afjaohen. Dad ao tie a wê behreepen. Daorom pakt’n die z’n heesm om een harage optebellen, maor oek z’n heesm dee oek niks mee! Omduur hing tie mao loop’n en zoeken naor een durp. Kilometers verre lieptie deu ‘t land daddatie nie kenden en tegen at donker wier attie nog heen één uus hezien. Oek de boerderieje van Teroole zag tienie mee en die ao géen idee waor attie was. Die bleef mao loop’n en loop’n en loop’n tottatie zo moeg as een ‘ond en doodsbange teehen een boom hing zitten, omdattie nie mée kon en nie mee wist waddatie most doen.

Die â géen idee waddatter hebeurt was en dao zat ie : moederziel allenig in een oneindig polderlandschap waor add alles d ‘rtzelfde uutzag, die was a bange attie d ‘r nie mee levend uut zou kunnen kommen .Zoiets aorigs attie nog nóoit meehemaokt. Die was écht over z’n toeren, maor die was zo moeg attie in slaop viel.

De volhende morhen wiertie wakker van een heluid: toen attie opkeek zag tie drie schoone , in ut rood heklede meiden op de landweg staon. Ze stonnen zo’n bitje spottend en uutdahend nao d’m te kieken, drie percies dezelfde vrouwen, alleen udder aor was een bitje verschillend. De middeste , tenminste die mee dadalf langaor zei een bitje venienig : Dienk mao níe da jons ooit van ons land afkriegt…zolang á je dá wê dienkt zaj ‘ier rond bluuven doolen tot ajje der bie neervalt. Maor …ajjut opgeeft en nooit meer mee zukken plannen af kom zetten dán za j’ den uutweg kunnen vinnen!

Mee die woorden draaiden de vrouwen udder eihen op udder ielen om en liepen weg.
Dien ambtenaor was vee te veej van slag om heliek wa te zehhen, maor even laoter sting tie op om achter udder an te loopen. Maor eer attie overend was zag tie zá nie mee.
Zo ard attie kon vloog tie over die weg langswaor anze vertrokken waoren, maor d’r was van essentennen níks roods mee te zien. Die stond dao weer éemao allenig en die docht : wao zien die nóe hebleven? Niks zag tie, niks alleen maor vlak -groen -land en polder. Toen wier tie wée stikbange en kon’t ost nie helooven attie daor in dien eindeloze polder stong. Én ’t klink mesgien aorig , mao ’t énihe dattie kon bedienken om der toch nog lévend uut te kommen ; was om al die papieren over de onteihening uut z’n tásse te pakken en in de fik te steken! Die wou ter níks meer mee te maoken ên mee éel da land van Teroole nie! En die stak mee z’n ansteker alles in brand.

Toen at amao verkoold was. hebeurden der eest niks. Maor eeven laoter zagtie ineens éemâo in de verte een boerderieje! Die zahoek at’t de boerderieje van Teroole was, mao dao haf tie noe niks om. Die vlóog t’r nao toe en dao zagtie z’n auto staon, die stapten voorzichtig in en probeerden d’m te starten, en ja ôôh! Op de stoel nest ‘m lag z’n heesm en wéerlem! Die deej’t óek ineens wée! Die aod ámao berichtjes hekreghen , wan heen mens wist waor attie hebleven was. Maor die berichtjes mosten mao even wachten: éest weg zien te kommen uut da land van Teroole!

Pas bie Ulst zetten-die z’n auto an de kant om es even hoed na te dienken … waddatie noe meehemaokt ao was zó aorig a héen mens d’m zou heloven. Die zou alléen mao vo schut staon en ze zouen ámao an d’m twuufelen en messchien most ie oek wê nie mee bie z’n baos afkommen. Die docht bie z’n eihgen: ik zeg t’r teehen héen mens iets over. Mao ik gao óek nóoit mee terug nao da Land van Teroole. En mee éel dien onteihening enal woutie oek níks mee te maken ên .
En at nie anders kón zou tie wel ánder werk zoeken, mao nog es terugkommen nao da verrekte spóokland …
NEE, NEE!!! DA ZOU TIE NOOIT MEE DOEN!!!

Avondje vertellen in het museum

Het vertelcafé is een van de vele activiteiten die door Museum het Land van Axel georganiseerd worden. Deze avond mocht ik het woord voeren en vertellen over mijn passie voor mijn woon,- en werkomgeving, mijn werk en mijn zorgen over de massale bomenkap die nu overal plaats vindt.

Het was gezellig druk en een uitstekende gelegenheid om eens wat meer te vertellen over de wijze waarop ik werk en over wat mij zoal drijft om te doen wat ik doe. Als afsluiter werd door Jeanet D’Hondt het verhaal over de drieling van Terhole voorgedragen in onvervalst Axels dialect. En natuurlijk kon ik ook wat meer vertellen over de schilderijen die hier nu hangen uit de Zeeuwse collectie. Aan de hand van een keynote presentatie met 46 afbeeldingen kon ik mijn verhaal goed illustreren. Al met al kijk ik terug op een zeer geslaagde en gezellige avond.

Vertelcafé

Vanavond is het dan zover. In het ‘vertelcafé’ van Museum Het Warenhuis ga ik alles vertellen over mijn beroepspraktijk als schilder, mijn liefde voor het Zeeuws Vlaamse landschap en mijn jongste creatie, de drieling van Terhole. Afsluitend zal Jeanet D’Hondt het hedendaagse spookverhaal voordragen dat ik voor dit schilderij geschreven heb.

En tot mijn verrassing zie ik dat het zelfs in de krant staat. Voorpaginanieuws.