Het was een mooie dag bij Ewald Sorbi in Zetten, waar ik straks met Pinksteren weer exposeer. Ineke kwam haar portretje in ontvangst nemen en met Ewald besprak ik de hoofdlijnen van mijn komende Pinkster expositie.
Ineke ging ook model staan voor mijn thema-schilderij dat ik nog voor deze expositie moet gaan maken. Later meer daarover. Met heerlijke koekjes en zalige vlierbloesem Champagne van Marion Hoff en het prachtige zonnige weer werd het een onvergetelijke dag.
Onder de noemer ‘Hoekse fratsen’ laat ik telkens iets zien van mijn belevenissen in mijn woonplaats Hoek. Mauritsfort, om precies te zijn. In het onderstaande filmpje laat ik zien hoe ik woon en werk en hoe ik een portretje maak.
Het uiteindelijke resultaat
Het uiteindelijke resultaat, na drie dagen schilderen, is een sprekend portretje van een mooi mens. De afwerking nam nog een hele dag in beslag. De laatste dag schilderen draaide vooral om kleine details die nauwelijks te zien zijn in een time-lapse filmpje. Daarom heb ik het ook niet gefilmd. Het zijn heel veel kleine toetsjes die het uiteindelijke portret toonbaar maken. Daarom heb ik er maar een foto van gemaakt. Zo’n ‘vers’ portret is altijd heel moeilijk te fotograferen i.v.m. reflectie van licht in de verse verf, maar je kunt wel zien wat het geworden is.
Terwijl het buiten hard hagelt, zit binnen de brand goed in mijn kachel en op doek. Het is te zeggen, ik schilder nu eindelijk de kerkbrand van Hoek. Hier brandde vorig jaar onze mooie kerk af en daar ben ik een serie schilderijen over aan het maken. Voor straks te zien tijdens mijn Pinkster-expositie in Zetten bij Ewald Sorbi. Daar neem ik iets Zeeuws mee naar toe. En niet alleen de kerkbrand.
De kerk wordt momenteel weer herbouwd, maar zal nooit meer zo mooi worden als hij was. Op de foto, hiernaast, kun je zien waarom ik dit kerkje zo belangrijk vind. Op de achtergrond staat onze molen ‘Windlust’, en dat is voor mij weer een referentie naar de Wassenaarse molen met de zelfde naam. Mijn opa en oma woonde aan de Windlustweg en hadden zicht op die molen, die ik als kind enorm bewonderde. Maar wat ze in Wassenaar niet hadden was dracht. En die hebben wij hier in Zeeland wel. Dat maakt het allemaal net even mooier en indrukwekkender.
Klompen, box (broek) en broekstukken heb ik al. Het witte overhemd hoort hier niet bij. Daar hoort een bijna zwarte boezeroen boven gedragen te worden, maar die heb ik (nog) niet. Op de achtergrond, mijn Zeeuwse paleis.
Ikzelf ga straks in Axelse dracht, dat is de dracht die ook hier in Hoek gedragen werd en wordt. Zo’n kostuum spaar ik nu stukje bij beetje bij elkaar. De originele klepbroek heb ik al en ook de originele zilveren broekstukken.
Originele zilveren broekstukken met de afbeelding van Johan Willem van de Paltz te paard en de datum 1711 eronder. Dat is niet het jaartal waarin deze broekstukken gemaakt werden. Dat moet een datum van na 1850 zijn geweest.
Terug naar de afgebrande kerk van Hoek. Ik maak een serie schilderijen over dit onderwerp en de wederopbouw, die op dit moment in volle gang is. Het is een serie die gaat over Zeeuwse trots en strijdlust. Zeeuwen geven niet op, maar rapen de brokken bij elkaar en bouwen alles opnieuw weer op. Dat doen ze al zolang als er Zeeuwen bestaan. Die trots, en die veerkracht, zullen straks in deze serie schilderijen te zien zijn.
In het atelier ben ik voorbereidend werk aan het doen voor een reeks nieuwe boekillustraties. Op de achtergrond zie je een van mijn nieuwe schilderijen in wording.
Book illustration
At the moment I make some preparations for new book illustrations. In the background you see one of my new paintings in progress.
Op een koude regenachtige dag ben ik aan het werk in het atelier. Zelfs dan is het hier een zaligheid om te kunnen zijn. In de tuin kwetteren de vogeltjes en ook de specht laat zich weer zien. Ze gaan gewoon door waarmee ze elke dag bezig zijn. Weer of geen weer. In het atelier brandt, zoals gewoonlijk, de kachel en is het heerlijk warm. Ik heb er het onderstaande filmpje van gemaakt.
Het geeft een beeld van mijn werkdag en werkomgeving. De tuin is nog steeds een grote puinhoop omdat ik er geen tijd voor heb en omdat het geen tuin-weer is. Maar dat gaat spoedig veranderen. De lente komt er aan en mijn teeltplannen zijn rond.
Als ik de andere kant op kijk, zie ik een schaap in de wei staan. De andere schapen zijn naar een belendende wei gelopen en deze kuiert daar, op z’n gemak, naar toe. Zon en regen zijn gevangen in één kader. Dit is mijn dagelijkse uitzicht aan de voorzijde van mijn atelier. Je ziet nu alleen een schaap, maar in dat weidegebied leven enorm veel andere dieren die je pas ziet als je even de tijd neemt om er naar te kijken. Regelmatig zie ik hier een enorme buizerd. Ik heb al eens een vos zien lopen over de geploegde akker en elke dag zie ik fazanten en konijnen. Ik vermaak me wel.
Rainy day at the studio
Even with rainclouds and a little sunshine is it a joy to be here in this countryside. Nature is all around me and every day different. Today it’s cold and rainy. In the studio burns a nice warm fire in my woodstove and it’s a perfect day to paint. I decide to make a short video of it, so you can see what I mean.
In het atelier werk ik al weer verder aan het nieuwe schilderij waar ik de opzet al voor had gemaakt. De titel is ‘Welcome to the surface’, en het gaat over mensen, artiesten, die op bergtoppen leven. Het zijn de mensen die zich hebben ingespannen om iets te bereiken in het leven. Op dit moment zit ik weer een nieuwe toren te schilderen. Heel veel steentjes. En je kunt wel zeggen dat ik de laatste tijd iets heb met torens en steentjes.
Painting little stones
In the studio is a new painting take shape. The title is ‘Wecome to the surface’, and it will present you people living on moutain tops. People, most of them artists, who exerted themselve to reach the top in real life. At the moment I paint a lot of little stones on a new tower. I get a hang on it, in painting towers and tiny little stones.
Met een vaag, maar spottend, glimlachje loopt deze dame voorbij. Ze sleept haar ‘bagage’ mee naar het volgende station. Op de achtergrond zie je twee andere dames elkaar bekogelen met taart in een landschap dat alledaags aandoet, ware het niet, dat er midden in een korenveld een vuurtorentje staat.
Aanvankelijk wilde ik een heel serieus schilderij gaan maken over het maken van een oneindige levensreis waarin je voortdurend alles wat je geleerd hebt met je meesleept. Van het gepasseerde station naar een station aan de horizon. Maar dat werd een bijna deprimerend geheel. Halverwege het schilderen besloot ik er een heel andere draai aan te geven. Deprimerende zaken zijn er vandaag de dag genoeg. Het werd tijd voor zonneschijn en humor.
En zo geschiedde. Ik schilderde alle duisternis weg en de twee taart-gooisters erin. Het refereert naar een wereld die ooit gepresenteerd werd door Stan Laurel en Olivier Hardy. Ze verstonden de kunst om met de aanschaf van een ijsco een complete ravage te veroorzaken en de hele wereld aan het lachen te krijgen.
De dame in mijn schilderij loopt gemeen glimlachend het doek uit met al haar bagage. Op weg naar een volgend station. Wat ze achterlaat is een wereld vol slapstick waar ze zelf weinig schade aan over heeft gehouden. Overal waar ze komt breekt dan de pleuris uit. Net als in het fragment uit de bovenstaande film van Laurel & Hardy.
Buiten waaien de vouwen uit je broek en zie ik de eerste (natte) sneeuw vallen. Binnen loeit de kachel en ben ik begonnen aan de laatste fase van schilderen aan mijn nieuwe werk. De titel is ‘Neverwas slapstick journey’. Humor in een tijd van duisternis, pokkenweer en grote nationale en internationale spanningen.
Met de aanleg van gas naar het atelier wil het niet echt vlotten. Daarom heb ik vandaag maar zelf het initiatief genomen om de tent te gaan verwarmen. Een goede vriend uit Zaamslag had deze kachel voor mij in de aanbieding. Was wel wat laswerk aan maar morgen ga ik hem installeren in het atelier. Kachelpijp door het dak, et voila. Je suis artist.
Best wel trots op mijn arbeid.
De kachel is helemaal gereviseerd en weer in elkaar gezet. Vuurvaste stenen wanden compleet hersteld, al het las,- en slijpwerk gedaan, en de kachelpijp door de vloer en het dak gestoken. Nu heb ik alleen wat onderdelen nodig zoals dubbelwandige doorvoeren, voor vloer en dak, een dakconus met loden plaat, een stormkapje en een windkap. Maar geen enkele kachelexpert is open. Ik heb er drie gehad. Alle drie dicht. Dan maar langs de Gamma. Maar die hebben geen idee wat ik nodig heb en dat dus ook niet in het assortiment. Zucht… Internet? Ja, hoor. Besteld en direct onderweg. Nog veel goedkoper ook, zag ik. Zelfs met de verzendkosten daarbij opgeteld. Wat ben ik blij dat ik weer internet heb, zeg.
Het enige wat ik me afvraag is of de man van DHL op oudejaarsdag nog langs zal komen. ‘S-morgens vroeg check ik mijn mail, en ja hoor. Hij is onderweg, staat er op het ’track & trace’ berichtje. Als ik de luiken open ga doen komt hij al aan. Zo snel had ik hem niet verwacht, maar dat komt me nu wel heel goed uit.
Een grote doos vol verrassingen. Alles is aanwezig, dus ik kan aan de slag. In het atelier pak ik alles uit voor de laatste voorbereidingen en dan het dak op. Pannen lichten, gat groter maken, dakdoorlaat aanbrengen, vloerdoorlaat aanbrengen, etc. Ik heb mijn handen vol maar het resultaat is dat ik al tegen het middaguur de schoorsteenpijp op mijn dak heb staan.
De pijp staat nu nog scheef, maar die wordt straks gesteld en recht gezet. De eerste stooktest is goed. Er komt witte rook uit mijn nieuwe schoorsteen. Alles werkt naar behoren. Laat nu de koude dagen maak komen.
De klep kan open blijven staan. Er zit zelfs een spatscherm bij dat ik ervoor kan plaatsen. Zo krijg je iets wat een beetje lijkt op een open haard. Met de klep dicht gaat het vuur oplaaien. Had ik niet verwacht. Dan wordt het binnen in de kachel gloeiend heet en verkoold alles tot as. In de dubbele wanden van de kachel zitten gaten die een lucht doorstroom teweeg brengen. Hierdoor wordt koude lucht van de vloer aangezogen en stroomt warme lucht bovenaan het atelier weer in. Zo krijg ik het hele gebouwtje snel warm.
Met acht graden boven nul is het zonder jas niet uit te houden in het atelier. Het kleine bijzet kacheltje trekt het met veel moeite naar 12 graden. Maar ik wil verder werken. Kerst of niet.